Verwerken van persoonsgegevens

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) spreekt over het “verwerken van persoonsgegevens”? Maar wat valt hier eigenlijk allemaal onder?

In art. 4.2 van de AVG wordt de volgende definitie van “verwerken” gegeven:

“een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens”

Kort gezegd komt het er dus op neer dat alles wat je kunt doen met persoonsgegevens onder het begrip ‘verwerken’ valt. Het maakt daarbij niet uit of de handeling handmatig of automatisch wordt verricht.

Ook mogen er enkel gegevens worden verzameld met een bepaald gerechtvaardigd doel. Dit betekend dus dat bij elke gegevensverwerking  vastgesteld zal moeten worden moeten of het verwerken van de persoonsgegevens nodig is om het doel te bereiken.

Bijzondere categorieën van persoonsgegevens

De Verordening maakt een onderscheid tussen “gewone” persoonsgegevens en bijzondere categorieën van persoonsgegevens.

Bijzondere categorieën van persoonsgegevens zijn gegevens die gezien hun aard extra gevoelig zijn. Het gaat specifiek om: gegevens waaruit ras of etnische afkomst blijkt, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, het lidmaatschap van een vakbond, genetische gegevens, biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een persoon, gegevens over gezondheid en gegevens met betrekking tot iemands seksueel gedrag of seksuele gerichtheid.

De verwerking van deze bijzondere categorieën persoonsgegevens is verboden, tenzij er een specifieke uitzondering van toepassing is, of de betrokkene uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven voor de verwerking.

Nationaal identificatienummer

Een nationaal identificatienummer is een bij wet vastgesteld uniek nummer. In Nederland is het bekendste nationale identificatienummer het burgerservicenummer (BSN). Deze nummers mogen alleen worden gebruikt voor in de wet voorgeschreven doelen. Voor andere dan in de wet voor deze nummers genoemde doelen is het verwerken ervan niét toegestaan.

Voorbeelden van wetten waarin het gebruik van het BSN is geregeld zijn de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg en de Wet persoonsgebonden nummers in het onderwijs.